-
1 speech
1 speech♦voorbeelden: -
2 een speech afsteken
een speech afstekendeliver/make a speech————————een speech afstekenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een speech afsteken
-
3 rede
2 [het uiten van woorden] speech5 [redelijkheid] reason♦voorbeelden:iemand tot rede brengen • make someone see reasonhij is niet voor rede vatbaar • he won't listen to/see reason2 directe/indirecte rede • direct/indirect speechiemand in de rede vallen • interrupt someone -
4 afsteken
1 [sterk uitkomen] stand out♦voorbeelden:die fabrieken steken lelijk af tegen het landschap • the factories stick out like a sore thumb against the landscapeII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [doen ontbranden/afgaan] let off2 [uitspreken] deliver3 [door steken verwijderen] cut off/away4 [afbakenen] mark off/out♦voorbeelden:2 een speech afsteken • deliver/make a speecheen heideveld afsteken • remove the turf -
5 toespraak
-
6 toespraak houden
• to deliver an address• to make a speech -
7 een rede houden
een rede houdenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een rede houden
-
8 een toespraak houden
een toespraak houdenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een toespraak houden
-
9 speechen
1 deliver/give/make a speech♦voorbeelden: -
10 redevoering
♦voorbeelden:1 een redevoering houden • make/deliver a speech -
11 gaan
1 [zich verplaatsen] go ⇒ move3 [zich begeven] go4 [+ onbepaalde wijs] [beginnen te] go, be going to5 [in beweging zijn, functioneren] go ⇒ run6 [losraken] come7 [plaatshebben] go ⇒ be, run9 [begrepen zijn in] go ⇒ fit11 [+ over] [tot onderwerp hebben] be (about)♦voorbeelden:een uur gaans • an hour's walk〈 figuurlijk〉 hoe gaat dat liedje ook weer? • how does that song go (again)?hé, waar ga jij naar toe? • where are you going?; 〈 achterdochtig〉 where do you think you're going?het gaat niet zo best/slecht met de patiënt • the patient isn't doing so well/so badlyhoe laat gaat de trein? • what time does the train go?ze zien hem liever gaan dan komen • they're glad to see the back of himik moet (nu) gaan • I must go/be going/off (now)ik ga ervandoor • I'm going/offdie twee gaan uit elkaar • those two are breaking upvan tafel gaan • leave the tableik ga! • I'm going!; 〈 informeel〉 I'm off!ga nu maar • off you go nowaan de kant gaan • move aside〈 figuurlijk〉 er gaat niets boven … • nothing beats …zijn gezin gaat bij hem boven alles • his family comes first (with him)zaken gaan voor het meisje • business before pleasure4 hij wil medicijnen gaan doen • he wants to do/study medicinegaan kijken • go and (have a) lookgaan liggen/staan/zitten • lie down, stand up, sit downgaan slapen • go (off) to bedga er maar eens aan staan • it's no picnic, it's not the easiest thing in the worldze gaan trouwen • they're getting marriediets gaan waarderen • come to appreciate somethinggaan wandelen/zwemmen • go for a walk/swim, go walking/swimmingaan het werk gaan • set to work〈 ironisch〉 ik ga (me) daar een beetje in de rij staan • I am (definitely) not going to join that queueals alles goed gaat • if all goes welldat kon toch nooit goed gaan • that was bound to go wronghoe is het gegaan? • how was it? how did it/things go?nou, dat ging zo • well, it was like thisalles gaat naar wens • everything's as it should beals het even gaat • if at all possibledat gaat zomaar niet • you can't just do thatik heb het al zo vaak geprobeerd, maar het gaat niet • I've tried it so often, but it won't workzo gaat het niet langer • things can't go on like thiser gaan 5 volwassenen in • it'll take 5 adultser gaat een liter in die fles • that bottle will take a litreer gaan zes glazen uit een fles • you can get six glasses out of a bottlezij gaat over de typekamer • she's in charge of the typing-pool11 waar gaat die film over? • what's that film about?zijn verhaal gaat er wel in bij de stakers • his speech went down (well) with the strikersdit type gaat eruit • this model's on the way outopzij gaan • give way to, make way for, go to one sidevoor niemand opzij gaan • make way for no man, yield/give way to no one〈 zoek raken〉 verloren gaan • get/be lostvreemd gaan • be unfaithfulvrijuit gaan • get offdaar gaan we weer • (t)here we go againin het zwart gekleed gaan • be dressed in blackhet gaat allemaal langs haar heen • it all goes (right) over her headmet iemand gaan • go out with someonewe hebben nog twee uur te gaan • we've got two hours to gozich te buiten gaan aan • overindulge inom kort te gaan • to cut a long story shortII 〈 onpersoonlijk werkwoord〉1 [gesteld zijn] be ⇒ go2 [geschieden] be ⇒ go, happen3 [+ om] [te doen zijn] be (about)♦voorbeelden:hoe gaat het (met u)? • how are you?, how are things with you?hoe gaat het op het werk? • how's (your) work (going)?, how are things (going) at work?het gaat hem niet slecht • he's not doing badlyje weet hoe dat gaat • you know how it is/things are/it goeszo gaat het nu altijd • it's always like thatzo gaat dat in het leven • that's lifedaar gaat het juist om • that's the whole pointhet gaat hem er alleen om dat … • all (that) he's concerned about is that …het gaat erom of … • the point is whether …het gaat om het principe • it's the principle that mattershet gaat om je baan • your job is at stakehet gaat hier om een nieuw type • we're talking about a new type -
12 wijs
wijs1〈de〉2 [melodie] tune3 [taalkunde] mood♦voorbeelden:bij wijze van spreken • so to speak, as it werebij wijze van uitzondering • as an exceptionop de een of andere wijze • one way or anotherop deze/die wijze • 〈 ook〉 like this/thatop generlei/geen enkele wijze • in no wayop enigerlei wijze • in any waywijze van betaling • method of payment2 hij kan geen wijs houden • he sings/plays out of tunewijs houden • keep/sing/play in tuneeen lied zingen op de wijs van de Internationale • sing a song to the tune of the Internationalehij was helemaal van de wijs • he was completely at sea3 〈 van werkwoord〉 de aantonende/aanvoegende/gebiedende wijs • the indicative/subjunctive/imperative (mood)————————wijs21 [verstandig, (veel) wetend] wise2 [kindertaal] [erg leuk, goed] super♦voorbeelden:een wijs man • a wise manben je niet (goed) wijs? • are you mad/crazy?ben je wel wijs? • 〈 ook〉 are you in your right mind?hij is niet wijzer • he doesn't know any betteriemand door schade en schande wijs laten worden • give someone enough rope to hang himselfwees wijs • be smartik werd er niet/geen cent wijzer van • I came away none the wiserik kan er niet wijs uit worden • I can't make head or tail of itje wordt niet wijs uit hem • you can't get anything out of himhij zal wel wijzer wezen • he knows better than thathij zal nooit wijzer worden • he'll never learnde wijste zijn • give in, accept things (as they are)vroeg wijs • precocioushet kind is wijs voor zijn leeftijd • the child is very knowing for its age -
13 debuut
1 〈 ook dramaturgie, sport〉 debut ⇒ 〈 meisje uit hogere stand〉 coming out, 〈 in parlement〉 maiden speech♦voorbeelden:1 zijn debuut maken • make one's debut/first appearance -
14 een redevoering houden
een redevoering houdenmake/deliver a speechVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een redevoering houden
-
15 pleidooi
1 [verdedigingsbetoog] plea2 [pleitrede van een advocaat] (counsel's) speech/argument♦voorbeelden:een pleidooi houden tegen iets • speak against something -
16 spreken
2 [gedachten uiten] speak4 [+ van] [getuigen] be obvious/(self-)evident6 [+ tot] [treffen] speak7 [overtuigend zijn] speak♦voorbeelden:daar kom ik nog over te spreken • I'll come to that (point)het spreken werd hem door geschreeuw belet • he was shouted down〈 figuurlijk〉 daar spreekt de wet niet van • the law does not provide for/cover thatin het algemeen gesproken • generally speaking〈 telefoon〉 spreek ik met Jan? • is this Jan?spreek er a.u.b. met/tegen niemand over! • please don't mention it to anyonespreken tot • speak to, addressvan zichzelf doen spreken • make a name/bad name for oneselfom niet te spreken van … • not to mention …dat is geen manier van spreken • that's no way to talk‘zou je het aan gebrek aan tact kunnen wijten?’ ‘bij wijze van spreken, ja’ • ‘could you put it down to tactlessness?’ ‘in a manner of speaking, yes’spreken voor iets • speak out/up for something〈 spreekwoord〉 spreken is zilver, zwijgen is goud • speech is silver, silence is goldendat spreekt • that is clear/obvioushet spreekt vanzelf • it goes without sayingII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [praten met] speak/talk to/with3 [zich (kunnen) uiten in] speak4 [verklaren dat iemand zo is] proclaim♦voorbeelden:geen woord meer met elkaar spreken • not speak to one another/not be on speaking terms anymoreik spreek je nader • I'll speak to you about this later3 een vreemde taal/Engels spreken • speak a foreign language/Englishniet te spreken zijn over iets • be unhappy about something
См. также в других словарях:
make a speech — index converse, declaim, discourse, recite, speak Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
make a speech — give a speech … English contemporary dictionary
speech — /speech/, n. 1. the faculty or power of speaking; oral communication; ability to express one s thoughts and emotions by speech sounds and gesture: Losing her speech made her feel isolated from humanity. 2. the act of speaking: He expresses… … Universalium
speech — 1 *language, tongue, dialect, idiom 2 Speech, address, oration, harangue, lecture, talk, sermon, homily designate a discourse delivered to an audience. Speech can apply to a public discourse irrespective of its quality or its degree of… … New Dictionary of Synonyms
Speech — Speech, v. i. & t. To make a speech; to harangue. [R.] [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
speech´i|fi´er — speech|i|fy «SPEE chuh fy», intransitive verb, fied, fy|ing. Informal. to make a speech or speeches; orate: »A man always makes a fool of himself speechifying (George Eliot). SYNONYM(S): harangue. –speech´i|fi´er, noun … Useful english dictionary
speech|i|fy — «SPEE chuh fy», intransitive verb, fied, fy|ing. Informal. to make a speech or speeches; orate: »A man always makes a fool of himself speechifying (George Eliot). SYNONYM(S): harangue. –speech´i|fi´er, noun … Useful english dictionary
Speech synthesis — Stephen Hawking is one of the most famous people using speech synthesis to communicate Speech synthesis is the artificial production of human speech. A computer system used for this purpose is called a speech synthesizer, and can be implemented… … Wikipedia
speech — [[t]spi͟ːtʃ[/t]] ♦♦ speeches 1) N UNCOUNT Speech is the ability to speak or the act of speaking. ...the development of speech in children... Intoxication interferes with speech and coordination. ...a speech therapist specialising in stammering.… … English dictionary
speech — n. address, talk 1) to deliver, give, make a speech 2) to ad lib, improvise a speech 3) a boring; brief, short; impromptu, unrehearsed; long; long winded; passionate; rambling; rousing, stirring speech 4) an acceptance; after dinner; campaign;… … Combinatory dictionary
Speech — (Roget s Thesaurus) < N PARAG:Speech >N GRP: N 1 Sgm: N 1 speech speech faculty of speech Sgm: N 1 locution locution talk parlance verbal intercourse prolation oral communication word of mouth parole palaver prattle … English dictionary for students